‘Respect’ antwoordt een van de studenten tijdens de onderwijsgroep ‘Horizons in Hospitality’ van de Hotelschool Maastricht op mijn vraag wat voor hen belangrijk is in hun samenwerking. ‘En wat betekent dat dan voor jou’, vraag ik?
‘Luisteren naar elkaar, elkaar aanvullen’, maar ook ‘ieder van ons kan gelijk hebben’ reageren een paar anderen. Ik voeg daar nog het perspectief van ‘re-spectare’: opnieuw kijken, aan toe. Je kijkt opnieuw naar de echte bedoeling achter een wellicht onhandige uitspraak. Je kijkt opnieuw naar de ander als mens met zijn behoeften en goede intenties.
Maar filosoof Rene Gabriëls laat de studenten deze week in zijn filosofiecollege over gastvrijheid ook ‘opnieuw kijken’ naar het woord ‘respect’. Hij legt uit dat respect gaat over zelf-respect en wederzijds respect. Zelf-respect houdt in dat je je eigen beeld hebt van de manier waarop je een ‘goed leven’ kunt leiden én daarnaast vertrouwen hebt in je capaciteiten om dit te realiseren. Heel wat meer dan positief over jezelf denken, realiseer ik mij. Met wederzijds respect verwijst hij naar de erkenning van het zelf-respect van anderen. Met andere woorden: wederzijds respect betekent dat je boven alles erkent dat ieder het recht heeft op zijn eigen notie van het ‘goede leven’ en de keuzes die hij daarvoor maakt.
Dat is nog niet zo vanzelfsprekend. Meestal vinden we toch dat ons eigen beeld van het ‘goede leven’ toch net wat meer waar is, en ook meer van waarde is dan dat van ‘de ander’. En we zijn in de regel ook niet zo vies van oordelen en veroordelen. En ondertussen hebben we het allemaal over wederzijds respect…
Hoe gaan we hier nou mee om? Vooral als je ‘de ander’, degene die toch echt een heel andere opvatting heeft over hoe je een goed leven leidt, steeds vaker tegenkomt. Volgens Gabriels vind je het antwoord in het woord ‘tolerantie’ dat inhoudt dat je iets accepteert, terwijl je het tegelijkertijd op een ander niveau veroordeelt. Deze beschrijving raakt me.
Het zou betekenen dat ik de keuze heb om iets wat ik gevoelsmatig veroordeel, toch te accepteren in mijn gedrag. Ik hoef dan die verwarrende en lastige gevoelens rondom veroordeling niet te ontkennen. Wij met zijn allen hoeven dat niet te ontkennen en weg te duwen, als een bal die je met kracht onder water houdt, en juist daardoor des te harder terugveert. We mogen onszelf het oordeel toestaan, terwijl we accepteren. Daar kunnen we voor kiezen en in oefenen.
Hiermee zijn we nog lang niet echt gastvrij en volledig respectvol, maar misschien is dit een eerste stap: laten we onze ‘tolerantiespier’ wat meer trainen in Nederland.
Geef een reactie